Mag ik? Over Ordening en Uitwisseling

Gepubliceerd op: 18-04-2022

Regelmatig kom ik op social media berichten tegen waarin mensen vertellen wat ze ‘mochten’ doen. En ik heb daar moeite mee. Niet zozeer vanwege de steeds terugkerende term, maar vanwege wat het doet op het gebied van Ordening en Uitwisseling. Een kleine duik in de onderstroom.

“Vandaag mocht ik een workshop geven bij Politie Nederland (ik zeg maar wat hoor, maakt niet uit welke organisatie).” Of: “Vandaag het team Communicatie (ik zeg maar wat hoor, maakt niet uit welk team) mogen ondersteunen bij hun ontwikkeling.”

Mag ik? 

Ik heb moeite met die term 'mogen'. Correctie, het irriteert me máteloos. En wie mij kent, weet dat ik echt niet zo snel geïrriteerd raak. Nu wel. Hoogst geïrriteerd ben ik. Het is zelfs zó erg dat ik werkelijk al maanden met het idee rondloop om hier een blog over te schrijven en telkens denk: Ach, waar maak je je toch druk om, láát mensen toch gewoon mógen. Maar het gevoel blijft dat ik er wat mee moet, en daarom: hier komt ‘ie.

Toestemming nodig? 

Waarom schrijf je op dat je ‘iets mag’? Heb je toestemming moeten krijgen? Heb je iemand op je knieën moeten smeken of je toch alsjeblieft iets voor ze mag doen? Heb je een tegenprestatie moeten beloven? Nee toch? Het is je werk. Daar word je voor betaald. Of je wordt er niet voor betaald, maar je hebt er een ander belang bij.

En ik denk dat ik wel begrijp waarom mensen het woord ‘mogen’ gebruiken. Want waarschijnlijk wil je op die manier laten zien dat je je werk ontzettend leuk vindt, of dat je de samenwerking erg hebt gewaardeerd. Maar zeg dat dan! En verlaag jezelf niet tot iemand die met toestemming van de ander iets heeft mogen doen!

Onderstroom

Waarom maak ik hier nou zo’n punt van? Ik hou me immers bezig met organisatieontwikkeling en -verandering? Wat heeft zo’n woordje dáár nou mee te maken? Nou, dat zal ik je uitleggen. Het gaat namelijk niet over de betekenis van het woord ‘mogen’. Het gaat over een dieper liggende balans die je wilt behouden in de onderstroom tussen jou en je opdrachtgever.

In het systemisch werk (Bert Hellinger, e.a.) werken we met drie basisprincipes die een systeem in balans houden. Dat zijn Insluiting, Uitwisseling en Ordening. Een systeem kan alles zijn waar mensen bij elkaar komen en iets hebben met elkaar. Een familie, een team, een organisatie of een samenwerkingsverband. De samenwerking tussen jou en jouw opdrachtgever kun je dus ook zien als een systeem.

Ordening en Uitwisseling

Het woordje ‘mogen’ raakt het basisprincipe Ordening en misschien ook wel Uitwisseling. Bij Uitwisseling is ‘geven’ en ‘nemen’ in balans. Jij hebt een talent, een competentie of een dienst die de opdrachtgever nodig heeft. De opdrachtgever vraagt jou om een opdracht te doen. Jij steekt energie in de opdracht en daarvoor in de plaats krijg je meestal geld. Als het goed is doe jij werk wat je leuk vindt, zodat je de opdracht goed kunt uitvoeren. En als het goed is heeft de opdrachtgever geld beschikbaar om jou daarvoor te betalen.

Vanuit het basisprincipe Ordening is alles op deze manier ook nog koek en ei. De opdrachtgever en jij hebben een gelijkwaardige relatie. Door een goede samenwerking realiseer je een resultaat waar jullie alle twee met tevredenheid op terug kunnen kijken. Tot zover is het systeem in balans.

Dankbaarheid verstoort het systeem

En dan besluit jij om een post te plaatsen waarin je je dankbaarheid uit dat je deze opdracht hebt ‘mogen’ doen. In de onderstroom geef jij het signaal af dat de opdrachtgever boven jou staat. Je bent kennelijk heel dankbaar dat jij de uitverkorene bent die deze opdracht kreeg. Waarom de opdrachtgever jou daarvoor betaalt, is je eigenlijk een raadsel, want je bent immers zo ontzettend dankbaar? Tenminste, dát is de boodschap die je afgeeft.

Daarmee leg je in feite een schuld neer bij de opdrachtgever. Bij zo’n post weet de opdrachtgever dan ook vaak niet hoe snel hij moet reageren op jouw post, om nog eens te benadrukken hoe geweldig de samenwerking wel niet was. Zodat die schuld snel weer van zijn schouders valt. Pfff, dat ging nog maar net goed…

Nee, je mag niet...

Dus, doe mij én alle opdrachtgevers in deze wereld nou een lol. Vertel gewoon hoe leuk deze opdracht was, dat de samenwerking zo prettig was of dat het weer zo fijn was om voor een groep betrokken mensen te staan. Jij staat daar omdat je daar hóórt te staan, omdat je goed bent in je werk en omdat mensen willen dat je daar staat. Niet omdat je dat mag.