Lang heb ik gedacht dat verandering gaat over het zoeken naar een gemeenschappelijk belang. Immers, verandering ontstaat vanuit een noodzaak of een verlangen. En als meer mensen een vergelijkbaar verlangen hebben of een vergelijkbare noodzaak zien, dan komt verandering op gang. Maar door recente gebeurtenissen in het nieuws wankelt mijn geloof. Er is iets anders aan de hand: Belangen belemmeren.
Wellicht heb je de speech gehoord van Greta Thunberg, de 15-jarige klimaat activiste uit Zweden. Zij sprak tijdens de klimaattop in Kattowice. Een speech die enorme indruk op mij heeft gemaakt. Niet alleen omdat een 15-jarig meisje de vloer aanveegde met alle wereldleiders die aanwezig waren; zij legde, waarschijnlijk zonder zich ervan bewust te zijn, de vinger op de zere plek van alle grote veranderingsprocessen waar we op dit moment mee worstelen: klimaatverandering, circulaire economie, transities in het sociale domein, inclusiviteit, woon- en leefklimaat, de zorg, veiligheid en justitie.
Ze zei onder andere het volgende:
“You only speak of green eternal economic growth, because you are too scared of being unpopular.”
“You only talk about moving forward with the same bad ideas that got us into this mess.”
“If solutions within the system are so impossible to find, than maybe we should change the system itself.
Ik vroeg me af: Waarom zijn grote uitdagingen toch zo moeilijk om te veranderen? Zijn de grote leiders inderdaad te bang? Of is er iets anders aan de hand?
Volgens mij is het probleem dat we nog steeds proberen om deze veranderingen in ons huidige systeem te realiseren. Terwijl het huidige systeem die verandering juist tegenhoudt.
Elk mens kan met zijn goed verstand beredeneren dat we ervoor moeten zorgen dat onze aarde blijft functioneren. De overheid en het bedrijfsleven kunnen hierin de grootste stappen zetten.
Maar hier zit dus meteen ook het grootste probleem: belangen.
Want de overheid bestaat uit politieke partijen, met elk een achterban. Die achterban moet je enigszins tevreden houden. Je moet niet, zoals Greta Thunberg het zo mooi zegt, impopulair worden. Want daar word je bij de verkiezingen op afgestraft, en dan kun je helemaal niets meer betekenen voor je achterban.
Het gaat hier dus niet om laffe politici, die bang zijn om impopulair te zijn.
Het gaat hier om politici die ook in de toekomst nog van betekenis willen zijn. Dat kan alleen als hun achterban hen steunt. Door impopulaire maatregelen valt die steun weg, en kun je dus als politicus niets meer betekenen voor de samenleving.
Het is een begrijpelijk streven, maar dit ‘belangen-denken’ belemmert de noodzakelijke verandering.
Hetzelfde geldt voor het bedrijfsleven.
De grootste vervuilers zitten vast aan de ketenen van aandeelhouders. Het geld moet keihard binnen blijven stromen. En het liefst op zo’n kort mogelijke termijn. Als je je als bestuurder bij aandeelhouders impopulair maakt door te rigoureus te kiezen voor duurzame oplossingen die geld kosten op de korte termijn, dan kan dat je kop kosten. En dan kun je helemaal niets meer doen om met het bedrijf waarde toe te voegen aan de wereld.
Het is een begrijpelijk streven, maar dit ‘belangen-denken’ belemmert de noodzakelijke verandering.
Hierover heeft Kees Komp, dé voorvechter van de Betekeniseconomie (Purpose Economy) in Nederland, eind december een mooi artikel gedeeld in Trouw: “Topmanager te star voor vergroening.” Hij geeft in zijn commentaar op LinkedIn aan dat het probleem in deze bedrijven ligt in het feit dat topmanagers niet kúnnen veranderen, dat het voor hen simpelweg onmogelijk is: “Ze zitten gevangen in een systeem waarin de enige waarde wie met elkaar serieus nemen monetair van aard is. Daarmee is en blijft het bewerkstelligen van écht ecologische of sociale winst vooralsnog een kostenpost.”
Net als Greta Thunberg zegt Kees Klomp dat het systeem stuk is. En als het onmogelijk is om oplossingen te vinden in het huidige systeem, misschien moeten we het systeem dan wel veranderen. Dus van A naar B, op de manier van B.
Maar kan dat dan wel? Als de twee meest invloedrijke veranderaars, de overheid en het bedrijfsleven, gevangen zitten in hun eigen systeem, kunnen zij dan hun systeem eigenlijk wel veranderen?
Greta Thunberg gaat voor de harde, onvermijdelijke waarheid: “We have not come here to beg world leaders to care. You have ignored us in the past, and you will ignore us again. We have run out of excuses and we are running out of time. We have come here to let you know, that change is coming, whether you like it or not. The real power belongs to the people.”
Greta heeft gelijk. Als de grote partijen, die verantwoordelijk zijn voor de aanpak van de maatschappelijke problemen niet genoeg doen, dan neemt de burger het heft in eigen hand. We hebben het gezien in Groningen, we hebben het gezien in de Oostvaardersplassen. En denk niet dat we in Nederland geen massale gele-hesjes demonstraties gaan krijgen. Ons systeem (zorg, veiligheid en justitie, onderwijs, woningmarkt, sociale zekerheid, arbeidsmarkt, pensioen, de rechterlijke macht) functioneert niet. En dat maakt mensen boos. Kennelijk nog niet boos genoeg, maar dat is volgens mij slechts een kwestie van tijd. Ik heb als ‘boze burger’ al veel voorbeelden gezien van dit falende systeem. Ik denk dat iedereen, die op de een of andere manier in aanraking komt met het systeem, zal ervaren dat het systeem faalt. Daarom: het is slechts een kwestie van tijd dat de burger laat zien hoe machtig hij is.
Kees Klomp ziet verandering vooral vanuit bedrijven en coöperaties ontstaan. Volgens hem is Betekenisvol Ondernemen de enige manier om in de toekomst te kunnen blijven voortbestaan. Ook hij heeft natuurlijk gelijk. Inmiddels zijn betekenisvolle bedrijven de populairste merken. Tony’s Chocolonely of Dopper, om maar twee voorbeelden te noemen. Je kunt als bedrijf niet meer achterblijven, het is alleen de vraag of die verandering snel genoeg gaat, voordat de aarde ‘op’ is.
Maar er is ook nog een andere manier. Een manier waardoor we toch van binnenuit het systeem kunnen veranderen. Onlangs heb ik hiervan een prachtig voorbeeld gezien: in de Schilderswijk in Den Haag. Daar was ik bij het congres “Radicale aanpak multiproblem gezinnen”, samen met vele ambtenaren, bestuurders, ja, zelfs met André Rouvoet van Zorgverzekeraars Nederland. Lees hier meer over dit congres en de aanpak.
Zorgverzekeraar CZ, de gemeenten Den Haag en Breda en het Instituut voor Publieke Waarden zijn samen aan de slag gegaan om multiproblem gezinnen op een andere manier te helpen. Deze partijen zien in de praktijk dat het systeem op allerlei manieren faalt. Maar deze partijen voelen zelf ook de verantwoordelijkheid om samen te kijken of ze binnen het systeem mensen écht kunnen helpen. En dat kan dus! Voor veel minder geld, worden multiproblemgezinnen écht structureel geholpen, zodat ze zich uiteindelijk weer zelf kunnen redden. Uiteindelijk zonder dat er nog hulp van het systeem nodig is. Dat kan, door een radicaal andere aanpak.
Als de gemeenten Den Haag en Breda het kunnen, dan kunnen alle gemeenten in Nederland dit. Als zorgverzekeraar CZ het kan, dan kunnen alle zorgverzekeraars in Nederland dit. En als met een radicaal andere aanpak problemen in het sociale domein kunnen worden opgelost, dan kunnen ook problemen in het fysieke domein worden opgelost. Je kunt én het systeem veranderen én je achterban tevreden houden.
Wat is daarvoor nodig?
Volgens mij niets anders dan experimenteren op kleine schaal. Met budget, mandaat en rugdekking van een hoge baas (bestuurder en manager). Creëer dus een laboratorium setting en schaal datgene wat je hebt geleerd op. Zodat je van binnenuit het systeem verandert.
Laten we in 2019 gaan voor een radicaal andere aanpak, op alle fronten. Als de overheid en het bedrijfsleven het niet doen, dan doen wij het: Change is coming, whether you like it or not.